Marc Van Grootel
”De makelaar is een hoeksteen in je veiligheidsbeleid.”
Marc van Grootel, focuste als transporteur op veiligheid en is nu adviseur preventie
Er zijn wel meer mensen gepassioneerd door transport, het rijden met die grote beesten en het hypnotiserend malen van kilometers. Maar als je het combineert met een passie voor veiligheid, dan kom je uit bij die ene man: Marc Van Grootel.
Opgegroeid tussen vrachtwagens wou Marc meer dan het bedrijf van zijn vader overnemen, meer dan het vervoeren van goederen rond de kerktoren. Hij voelde zich er zo mee verweven, dat transport niet langer een onderwerp was, maar een canvas waarop hij bredere ambities wou schilderen.
De drive naar veiligheid
Op zijn dertigste startte hij zijn eigen internationaal transportbedrijf in Oelegem met één klant. Het aantal klanten groeide snel, het aantal vrachtwagens steeg, de kilometers regen zich aan elkaar en tegen 2016 had Marc een stevig uitgebouwde firma.
“Groover”, zo vertelt Marc over het bedrijf, “zette zwaar in op service: snelheid, flexibiliteit en… veiligheid. Ik reed zelf twee miljoen kilometer met de vrachtwagen. Ik weet wat veiligheid op de weg echt betekent.”
Als bedrijfsleider dacht hij mee met zijn chauffeurs en ging hij na hoe het beter kon. “Hoe kunnen we de veiligheid verhogen? Wat zijn goede handelingen als je een accident hebt? Ik wilde leren uit de dagelijkse werking om accidenten in de toekomst te voorkomen. Ik plande dan om daaraan te werken, maar er kwam altijd iets tussen.”
Toen op een dag een veiligheidsadviseur langskwam, ging een wereld voor hem open. “Die adviseur maakte een analyse op, stelde verbeterpunten voor, gaf materiaal waarmee ik kon werken en om de drie maanden kwam hij kijken welke progressie er gemaakt werd. Dat gaf me een focus. Voor mij was het een geschenk uit de hemel dat ik begeleid werd en hulpmiddelen aangereikt kreeg voor iets dat voor mij zo belangrijk was.”
Van transporteur naar adviseur
Preventie werd zo een structureel verhaal. Marc werd voorzitter van de cel ‘veiligheid enimago’ bij een beroepsfederatie terwijl zijn Groover tweemaal de Safety Award binnenhaalde en het ‘Truck Veilig’-label kreeg van de Vlaamse overheid.
Toen Marc in 2016 zijn bedrijf verkocht om een nieuwe carrière te starten als adviseur preventie en risicobeheer in de transportsector, viel niemand van zijn stoel. De nieuwe carrière past hem als gegoten. “Ik heb zelf veel progressie kunnen maken dankzij de begeleiding die ik toen kreeg”, verduidelijkt Marc, “en ik voel dat ik nu ook een grote meerwaarde kan bieden aan andere bedrijven.”
Hij kent zijn thema door en door. Veiligheid gaat uiteraard over het vermijden van menselijk leed en materiële schade, maar het gaat ook over de financiële gezondheid van transportbedrijven, weet Marc Van Grootel.
“Een ongeval kost gemiddeld, alles in acht genomen, 2.300 tot 2.800 euro”, rekent hij voor. “En het rendement in de sector ligt heel laag, tot op 1 à 2 procent. Om gemiddeld één ongeval te bekostigen moet je dus 100 dagen rijden. Dat betekent dat je, als een chauffeur twee ongevallen op een jaar heeft, je daar geen winst meer aan overhoudt. En geen winst betekent geen investeringen, geen groei. Vele bedrijfsleiders en chauffeurs kennen die cijfers niet.”
Preventie is een kwestie van organisatiecultuur
Nogal wat bedrijven zien veiligheid louter als de verantwoordelijkheid van de chauffeur, maar voor Marc gaat dit niet op. “Het begint bij de bedrijfsleiding”, vindt hij. “Je moet veiligheid en preventie echt inbouwen in je strategisch beleid, er tijd en ruimte voor maken en ervoor zorgen dat het deel gaat uitmaken van je bedrijfscultuur.”
“Jawel,” erkent hij, “95% van de ongevallen is te wijten aan menselijke fouten - slechts 5% aan technische problemen zoals een klapband - maar menselijke fouten kunnen we vermijden.” Hij kijkt dan ook naar de omkadering van de chauffeurs, de aanpak, de opleiding, de coaching, de opvang, het materieel…
“Als je echt wil inzetten op preventie, moet je beginnen bij de schadecijfers. Daar zien we waar de problemen zich stellen, hoeveel ongevallen er zijn per jaar, hoeveel per chauffeur en wanneer die ongevallen gebeuren. Eens je dat in kaart hebt, kun je een preventieplan opstellen.”
Zo’n plan kan aanwijzingen bevatten over opleiding, coaching, ondersteuning maar ook over het onderhoud van de wagens. “Chauffeurs zijn gevoelig voor het materiaal”, vertelt Marc. “Als het materiaal goed in orde is dragen ze er zelf meer zorg voor.” Hij spreekt uit ervaring. “Ik gaf veel geld uit om het materiaal te poetsen. Elk weekend blonken alle camions. Elke kras of elke schade werd onmiddellijk hersteld. Een chauffeur ziet dat en gaat zich daar naar gedragen. Hij houdt orde in de cabine, en voelt zich mee verantwoordelijk. Het wordt een oganisatiecultuur.”
Steek tijd in je personeel
Het volstaat niet om je chauffeurs te zeggen dat ze voorzichtig moeten rijden. Je moet hen hierbij ook helpen. “De wetgeving is gelukkig strenger geworden,” lacht Marc. “Dat helpt al. Zodra je vroeger een rijbewijs had, mocht je met een camion rijden. Nu zit daar een hele opleiding achter. Voor een Europees chauffeursdiploma moet je 5 dagen 7 uur lang opleiding volgen bij een erkend opleidingsinstituut. Je moet een medische keuring doorlopen waar je getest wordt op je zicht, op je bloeddruk, op suikerziekte en zo verder. En na vijf jaar vervalt die vergunning al.”
Marc vindt dat een goede zaak, en ook logisch. “De wegcode verandert
dagelijks; de inzichten op het gebied van preventie en ergonomie veranderen, het verkeer
verandert… Bovendien kun je altijd bijleren. Hoe kun je nog beter manoeuvreren, defensiever
en ecologischer rijden? Hoe moet je een ongeval correct afhandelen?”
Dat vergt een inspanning, beseft hij. Al komen de KMO-portefeuille en het sociaal fonds tussen bij de opleiding, je moet wel de werkuren betalen. Maar die kostprijs, die win je snel terug.
Peters en mentors
Het begint en eindigt niet met de opleiding, vindt de preventieadviseur. “Al bij de werving heb je oog voor de verantwoordelijkheidszin van de kandidaat, maar ook na de opleiding blijf je die volgen.” Marc is dan ook een grote voorstander van het werken met peters of mentors.
“Zo’n peter of een mentor is heel belangrijk”, beklemtoont hij. “Die mannen staan op de vloer en kennen het vak en het bedrijf. De jonge chauffeur moet eerst met die mannen meerijden tot die het gevoel hebben dat die nieuwe echt goed en veilig gaat rijden. Die coaching moet je doen binnen het eigen bedrijf. Alleen dan leer je het eigen materiaal kennen, je leert omgaan met druk van je eigen klanten en van de dispatchers. Zo’n dingen mag je niet onderschatten.”
“Bovendien kent een mentor zijn chauffeurs en ook dat is belangrijk.
Wanneer je bijvoorbeeld
met privéproblemen de baan opgaat, ben je een potentiële schaderijder.
Iemand die in
een echtscheiding zit, is er niet bij met de gedachten. Dat soort
dingen wordt gesignaleerd,
waarna je een gesprek met die mannen kunt aangaan.”
Ook hier gaat het weer om een investering. “Je moet immers topchauffeurs, mannen die zelf al vijf jaar schadevrij rijden, af en toe vrijmaken om rond de tafel te zitten en aan de preventie te werken. Dat vinden de planners niet leuk. Maar je huurt beter andere chauffeurs in dan die vergadering te laten vallen. Ja, het is een investering, maar ze brengt echt wel op.”
Eerste steun bij ongevallen
Preventie loopt ook door bij een ongeval, weet Marc. “Als je een ongeval hebt en je kan daar over praten, dan sta je daarna ook open om samen te werken aan verbetering. Mensen voelen zich gehoord en gezien, een deel van het geheel.”
Daarom wil Marc Van Grootel ook de dispatchers mee coachen.
“Die werken in functie van de klant maar ze moeten ook de chauffeurs begeleiden, zeker bij een ongeval. Die chauffeurs moeten de dag nadien ook met plezier werken. Dan moet je als planner de planning even loslaten en je vooral focussen op dat accident. Laat de chauffeur ventileren, stel hem even gerust, loods die stap voor stap door het ongeval. Bied hem menselijke ondersteuning. Zo hou je goede mensen in dienst en komen mensen graag bij je werken.”
Preventie en verzekering zijn twee kanten van hetzelfde verhaal
Als je over veiligheid, preventie en ongevallen spreekt, dan heb je het over verzekeringen of, in het verhaal van Marc Van Grootel, over Aertsen & Partners.
“Ik ben vanaf het begin, vanaf mijn eerste vrachtwagen, klant bij Aertsen & Partners. Het klikte meteen”, vertelt Marc enthousiast. “Ik apprecieer enorm dat ze alles mee opvolgen.”
De rol van de makelaar is voor Marc dan ook glashelder. “Een polisbeheerder komt met voorstellen die werken. Hij zoekt naar oplossingen die een antwoord geven op die specifieke situatie en toch rekening houden met een goede prijs. Hij begrijpt de transporteur en denkt proactief mee. Als je alleen maar moet betalen en op het moment van de waarheid te horen krijgt dat je niet goed verzekerd bent, dan heb je een probleem. Dat gevoel wil je niet hebben als het fout loopt.”
Ook als het fout loop in het buitenland, met andere wetgevingen, moet je je gesteund weten. “Aertsen & Partners heeft heel veel expertise in heel Europa. Zij weten dan wat er exact kan en moet gebeuren en dat heb je als transporteur echt wel nodig. De makelaar is een hoeksteen in je veiligheidsbeleid.”
Winst voor iedereen
“Een goed preventiebeleid levert winst op voor alle partijen”, weet Marc. “Eerst en vooral de transporteur zelf. Die heeft minder kosten, minder stilstand, minder menselijke leed, een vlottere planning en een beter imago, waardoor je weer een ander type chauffeurs aantrekt.
Als een makelaar dat mee ondersteunt, dan genereer je met zijn allen winst.”